Friday, November 30, 2012

South Georgia: een (sub)Antarctisch avontuur

Het Britse, (sub)Antarctische eiland South Georgia spreekt met meer dan 400.000 koningspinguïns, miljoenen stormvogels  en verschillende soorten albatrossen tot de verbeelding. Maar om het te geloven, moet  je het beleven. Een dag uit mijn reis.

We staan met 3 reisgenoten dezelfde koningspinguïn te fotograferen. Ik doe m´n fototoestel even weg en glimlach om dit tafereel. Waarom staan we in hemelsnaam dezelfde pinguïn te fotograferen als er duizenden langs de kustlijn staan?
We zijn zojuist afgezet bij Salisbury Plain aan de kust van South Georgia voor de eerste van vele ´landingen´ op dit bijzondere eiland.

Ik word die ochtend om 05.30 uur wakker. Genoeg geslapen en opgelaten omdat we deze dag voor het eerst het eiland op zullen gaan. De webcam, die op een scherm vanuit mijn hut een beeld geeft vanaf het dek van het schip, laat zien dat het allang licht is. Lange dagen, aangezien het hier in december zomer is. Buiten bekijk ik het landschap en fotografeer ik de eerste zeehonden rond de boot. Bijzonder. Als ik naar binnen loop, wordt er vanaf de brug van de kapitein omgeroepen dat er een groep actieve orka´s op ´11 uur´ zichtbaar is. Dat is niet gelogen. Duidelijk herkenbaar aan het zwart-witte patroon en de grote rugvin zwemmen ze voor en naast het schip. Er wordt geschat dat er het zo´n 7 zijn en al snel staat het dek vol met verwonderde en fotograferende medepassagiers. Ik ben er één van. Moeilijk een keuze te maken tussen kijken en foto´s maken. Het wordt een beetje van beiden.

Na het ontbijtbuffet, iedere dag stipt om half 8, worden we diezelfde ochtend getrakteerd op een ´Zodiac Cruise´ langs de kustlijn van Prince Olav Harbour. We krijgen allemaal (98 passagiers) de mogelijkheid om vanaf de Plancius, een voormalig Nederlands Marineschip, met de rubberen boten ons te vergapen aan de vele zeehonden, Antarctische pelsrobben en verschillende stormvogels, maar ook de verlaten overblijfselen en gebouwen van de vroegere walvisindustrie komen voorbij. Eén van mijn medepassagiers ziet eruit alsof we een poolexpeditie gaan ondernemen, maar dat is totaal niet nodig. Het is zelfs warm. Aan de temperatuur is niet af te lezen dat we ons biologisch gezien op een Antarctisch eiland bevinden. Als ik het log teruglees dat iedere passagier na de reis ontvangt, zie ik dat het die dag 5° Celsius is, maar met het zonnetje erbij voelt het nog veel warmer.

Na de lunch op de Plancius gaan we met de Zodiacs naar Salisbury Plain om voor het eerst echt aan land te gaan van dit 170 km lange en 2 tot 40 km brede eiland. Het weer is kalm en voor de boten dan ook geen probleem om de baai te bevaren. Alles wordt op de boot vanuit knopen berekend en de Zodiacs mogen ons tot ongeveer maximaal 30 knopen (windkracht 7) vervoeren naar de kust.
Als de Russische ´roerganger´ ons veilig aan land heeft gebracht krijgen we direct een instructie van Delphine, de Franse expeditieleidster. We worden gewezen op de soms agressieve houding van de mannelijke pelsrobben en vertelt ze hoe we een schijnaanval kunnen pareren. Ook krijgen we de gedragscode mee welke afstand we moeten bewaren tot de verschillende diersoorten, worden we ingelicht waar de kolonie Koningspinguïns zich bevindt, mogen we niet naar de voor het oog te belopen gletsjer en niet onbelangrijk wordt verteld hoeveel tijd we hebben.
Nadat ik mijn reddingsvest heb afgedaan, kijk ik om me heen en kan ik een glimlach van oor tot oor niet voorkomen. Het is moeilijk om niet direct in superlatieven te spreken, maar dit is uniek. Voor me, achter en naast me zie ik overal pelsrobben: mannetjes, vrouwtjes en hun kleintjes, liggen er jonge zeeolifanten waarvan de slurf nog niet echt is ontwikkeld, voeden stormvogels zich aan overleden zeehonden, maar zie ik vooral Koningspinguïns. Duizenden! De Koningspinguïn is met ongeveer 90 centimeter iets kleiner dan de nauw verwante Keizerspinguïn die alleen op Antarctica zelf voor komt. Verder heeft de Koningspinguïn een grijsblauwe rug, een witte buik en een oranje, gele vlek aan de zijkant van hun kop. Ze wegen zo´n 11 tot 16 kilo.
Ik loop nog geen 5 meter het strand op en pak direct mijn fototoestel om plaatjes te maken van wat ik zie. Wat eerst? Een groep Koningspinguïns die met elkaar staat te ´vergaderen´, een pasgeboren pelsrob die bijna over mijn laarzen heen kruipt of de jonge, maar nu al immense zeeolifanten die vechtend met elkaar de onderlinge hiërarchie bepalen?
Na de eerste foto´s vinden we wat rust en besluiten ook wij om naar de grote pinguïnkolonie te lopen. Naast al het wildlife dat we tegenkomen op het strand zie ik overal verwonderde en gezichten van medereizigers en bekijk ik ook de omgeving. Dit eiland wordt soms de Alpen op zeeniveau genoemd. Dat is waar. In de zomerperiode zijn de buitenranden van het eiland goed begaanbaar waar het in de winter voor het grootste gedeelte uit sneeuw en ijs bestaat. Je ziet de eeuwig besneeuwde bergtoppen op de achtergrond en in de verte eindigt een gletsjer bijna op het strand.
Bij de kolonie stokt mijn adem even. Het is zijn er echt veel. Zover ik voor me kan kijken zie ik alleen maar pinguïns met hun kuikens. De geur is door de lage temperatuur niet dominant aanwezig, het geluid van de blatende pinguïns des te meer. Intens.
Ik houd de zojuist vertelde spelregels rondom de afstand tot de dieren redelijk in acht, maar gelukkig gelden deze regels niet voor de pinguïns zelf. Ik ga op mijn hurken zitten en al snel komen de eerste kuikens naar me toe lopen. Tot zo´n 10 cm afstand. Ik hoor de stem van David Attenborough in mijn gedachten en heel even kan ik me voorstellen hoe hij zich moet voelen tijdens het maken van zijn documentaires. Dit is hemels.

De komende dagen staat ons nog ontmoetingen te wachten met o.a. duizenden Macaroni-, Gentoo- en Chinstrap pinguins, zien we overal broedende en vliegende stormvogels en albatrossen, maken we nog kennis met de historie van het eiland om op de laatste dag beloond te worden met een kolonie van meer dan 100.000 Koningspinguïns.
Tot zover dag 1 op South Georgia.

Check een aantal foto's van mijn trip hier.




No comments: