Het Britse, (sub)Antarctische
eiland South Georgia spreekt met meer dan 400.000 koningspinguïns, miljoenen stormvogels en verschillende soorten albatrossen tot de
verbeelding. Maar om het te geloven, moet
je het beleven. Een dag uit mijn reis.
We staan met 3 reisgenoten dezelfde koningspinguïn te
fotograferen. Ik doe m´n fototoestel even weg en glimlach om dit tafereel.
Waarom staan we in hemelsnaam dezelfde pinguïn te fotograferen als er duizenden
langs de kustlijn staan?
We zijn zojuist afgezet bij Salisbury Plain aan de kust van
South Georgia voor de eerste van vele ´landingen´ op dit bijzondere eiland.
Ik word die ochtend om 05.30 uur wakker. Genoeg geslapen en
opgelaten omdat we deze dag voor het eerst het eiland op zullen gaan. De
webcam, die op een scherm vanuit mijn hut een beeld geeft vanaf het dek van het
schip, laat zien dat het allang licht is. Lange dagen, aangezien het hier in
december zomer is. Buiten bekijk ik het landschap en fotografeer ik de eerste
zeehonden rond de boot. Bijzonder. Als ik naar binnen loop, wordt er vanaf de
brug van de kapitein omgeroepen dat er een groep actieve orka´s op ´11 uur´
zichtbaar is. Dat is niet gelogen. Duidelijk herkenbaar aan het zwart-witte
patroon en de grote rugvin zwemmen ze voor en naast het schip. Er wordt geschat
dat er het zo´n 7 zijn en al snel staat het dek vol met verwonderde en
fotograferende medepassagiers. Ik ben er één van. Moeilijk een keuze te maken
tussen kijken en foto´s maken. Het wordt een beetje van beiden.
Na het ontbijtbuffet, iedere dag stipt om half 8, worden we
diezelfde ochtend getrakteerd op een ´Zodiac Cruise´ langs de kustlijn van
Prince Olav Harbour. We krijgen allemaal (98 passagiers) de mogelijkheid om
vanaf de Plancius, een voormalig Nederlands Marineschip, met de rubberen boten
ons te vergapen aan de vele zeehonden, Antarctische pelsrobben en verschillende
stormvogels, maar ook de verlaten overblijfselen en gebouwen van de vroegere walvisindustrie
komen voorbij. Eén van mijn medepassagiers ziet eruit alsof we een
poolexpeditie gaan ondernemen, maar dat is totaal niet nodig. Het is zelfs
warm. Aan de temperatuur is niet af te lezen dat we ons biologisch gezien op
een Antarctisch eiland bevinden. Als ik het log teruglees dat iedere passagier
na de reis ontvangt, zie ik dat het die dag 5° Celsius is, maar met het
zonnetje erbij voelt het nog veel warmer.
Na de lunch op de Plancius gaan we met de Zodiacs naar Salisbury
Plain om voor het eerst echt aan land te gaan van dit 170 km lange en 2 tot 40
km brede eiland. Het weer is kalm en voor de boten dan ook geen probleem om de
baai te bevaren. Alles wordt op de boot vanuit knopen berekend en de Zodiacs
mogen ons tot ongeveer maximaal 30 knopen (windkracht 7) vervoeren naar de
kust.
Als de Russische ´roerganger´ ons veilig aan land heeft
gebracht krijgen we direct een instructie van Delphine, de Franse
expeditieleidster. We worden gewezen op de soms agressieve houding van de
mannelijke pelsrobben en vertelt ze hoe we een schijnaanval kunnen pareren. Ook
krijgen we de gedragscode mee welke afstand we moeten bewaren tot de
verschillende diersoorten, worden we ingelicht waar de kolonie Koningspinguïns zich
bevindt, mogen we niet naar de voor het oog te belopen gletsjer en niet
onbelangrijk wordt verteld hoeveel tijd we hebben.
Nadat ik mijn reddingsvest heb afgedaan, kijk ik om me heen
en kan ik een glimlach van oor tot oor niet voorkomen. Het is moeilijk om niet
direct in superlatieven te spreken, maar dit is uniek. Voor me, achter en naast
me zie ik overal pelsrobben: mannetjes, vrouwtjes en hun kleintjes, liggen er
jonge zeeolifanten waarvan de slurf nog niet echt is ontwikkeld, voeden
stormvogels zich aan overleden zeehonden, maar zie ik vooral Koningspinguïns.
Duizenden! De Koningspinguïn is met ongeveer 90 centimeter iets kleiner dan de
nauw verwante Keizerspinguïn die alleen op Antarctica zelf voor komt. Verder
heeft de Koningspinguïn een grijsblauwe rug, een witte buik en een oranje, gele
vlek aan de zijkant van hun kop. Ze wegen zo´n 11 tot 16 kilo.
Ik loop nog geen 5 meter het strand op en pak direct mijn
fototoestel om plaatjes te maken van wat ik zie. Wat eerst? Een groep
Koningspinguïns die met elkaar staat te ´vergaderen´, een pasgeboren pelsrob
die bijna over mijn laarzen heen kruipt of de jonge, maar nu al immense
zeeolifanten die vechtend met elkaar de onderlinge hiërarchie bepalen?
Na de eerste foto´s vinden we wat rust en besluiten ook wij
om naar de grote pinguïnkolonie te lopen. Naast al het wildlife dat we
tegenkomen op het strand zie ik overal verwonderde en gezichten van
medereizigers en bekijk ik ook de omgeving. Dit eiland wordt soms de Alpen op
zeeniveau genoemd. Dat is waar. In de zomerperiode zijn de buitenranden van het
eiland goed begaanbaar waar het in de winter voor het grootste gedeelte uit
sneeuw en ijs bestaat. Je ziet de eeuwig besneeuwde bergtoppen op de achtergrond
en in de verte eindigt een gletsjer bijna op het strand.
Bij de kolonie stokt mijn adem even. Het is zijn er echt veel.
Zover ik voor me kan kijken zie ik alleen maar pinguïns met hun kuikens. De
geur is door de lage temperatuur niet dominant aanwezig, het geluid van de
blatende pinguïns des te meer. Intens.
Ik houd de zojuist vertelde spelregels rondom de afstand tot
de dieren redelijk in acht, maar gelukkig gelden deze regels niet voor de
pinguïns zelf. Ik ga op mijn hurken zitten en al snel komen de eerste kuikens
naar me toe lopen. Tot zo´n 10 cm afstand. Ik hoor de stem van David
Attenborough in mijn gedachten en heel even kan ik me voorstellen hoe hij zich
moet voelen tijdens het maken van zijn documentaires. Dit is hemels.
De komende dagen staat ons nog ontmoetingen te wachten met
o.a. duizenden Macaroni-, Gentoo- en Chinstrap pinguins, zien we overal
broedende en vliegende stormvogels en albatrossen, maken we nog kennis met de
historie van het eiland om op de laatste dag beloond te worden met een kolonie
van meer dan 100.000 Koningspinguïns.
Tot zover dag 1 op South Georgia.
Check een aantal foto's van mijn trip hier.
No comments:
Post a Comment